Waarom zijn de artsen zo boos op minister Frank Vandenbroucke? 


Dit is onze kant van het verhaal. Want in de media komen enorm veel politiek gekleurde, eenzijdige en zelfs flagrant foute berichten. Onderstaande tekst werd opgesteld door Marlies Metsu op 12 juni 2025.

Wij bij huisartsenpraktijk Veltion vinden het belangrijk om onze patiënten in de eerste plaats te bedanken. Het overgrote merendeel van jullie zijn correcte, trouwe en aangename patiënten. Wij doen ons beroep dankzij jullie nog steeds erg graag en hopen nog lang een goede huisarts voor jullie te kunnen zijn!


******************************************************************************


Er is 1 heel groot probleem aan hoe het artsenberoep nu in de media komt, en dat is de eenzijdigheid van berichten over dat artsen geldwolven zijn. Laat me dat heel duidelijk stellen, de onvrede en angst bij de artsen gaat veel verder dan dat. Los van de gelddiscussie, het gaat over de toegankelijkheid van de zorg die in het gedrang komt, én de motivatie/burnout bij het volledige zorgpersoneel.

Het uitgangspunt is, moet zijn, dat wij artsen zorgverleners zijn. Het overgrote merendeel van ons staat met de juiste ethiek in het werkveld (dat is ook de reden waarom er nog niet gestaakt is; we willen de patiënten niet in de steek laten. In tegenstelling tot de spoorwegvakbonden met hun 9 dagen eerder dit jaar...)


De toegankelijkheid van zorg is al langer in het gedrang owv verschillende redenen, maar het wordt alleen maar erger en de plannen van minister Vandenbroucke werken dat mee in de hand. 


  • De zorgvraag is veel groter geworden. Enerzijds door de vergrijzing (veel meer chronisch zieken) en de bevolkingsaangroei. Anderzijds ook door de absurd lage remgelddrempel. Mensen komen veel makkelijker naar de dokter dan vroeger want het kost toch maar een paar euro. (Ik heb echt zeer veel patiënten binnen mijn praktijk die opmerken van “kost dat maar 4€? Dat is toch eigenlijk belachelijk goedkoop”). Zeker sinds tijdens de covidpandemie overal werd gescandeerd “vraag het aan uw huisarts” is de consultatieload enorm opgelopen in alle praktijken. Heel veel praktijken hebben een patiëntenstop inmiddels.
  • Het gevolg van supplementenverbod op MRI binnen de kantooruren? Tweesporengeneeskunde. Dringende onderzoeken en complexe MRI's (bv hersenen, buik) gebeuren best tijdens de werkuren onder supervisie van de radioloog (wat bv bij een knie of ander gewricht minder belangrijk is). Een MRI-onderzoek duurt gemiddeld 20-30 minuten, dus het aantal mogelijke onderzoeken binnen de werkuren is hierdoor beperkt. Door de beslissing van de minister moeten nu ook een deel minder complexe onderzoeken binnen de kantooruren gepland worden (om toegankelijk te zijn voor de bevolking), waardoor de wachttijden oplopen want de complexere moeten ook nog binnen de werkuren.  Waar vroeger elke patiënt dus een MRI op relatief snelle termijn had (binnen de maand) mits een klein supplement (nodig om die toestellen terug te betalen door ondermaatse ziekenhuisfinanciering vanuit de overheid), moet je nu als patiënt kiezen voor een MRI binnen de 1-2 weken voor een groter supplement, of een MRI over 3-4 maanden zonder supplement.
  • Teleconsultaties zijn afgeschaft. De vele duizenden artsen die ze wel correct gebruikten (zie verder) kunnen deze snellere en goedkopere manier van consultvoeren niet meer gebruiken, want er zijn te weinig uren in een dag (zeker voor een arts die al per week gemiddeld veel meer werkt dan een loontrekkende) om onbetaald extra werk erbij te nemen. Dat maakt dat er meer wachttijd is om bij de (huis)arts terecht te kunnen, én een fysieke consultatie is duurder voor de maatschappij dan een telefonische consultatie.
  • Patiënten zijn veel mondiger dan vroeger. Patiënten zoeken veel vaker zelf naar 2e of 3e opinies en gaan “artsenshoppen”. Ze gaan rechtstreeks naar specialisten (bv dermatoloog, gynaecoloog, kinderarts enz) voor zaken die vaak door huisartsen kunnen worden opgelost, wat bijkomende wachttijden bij de specialisten creëert. Mondigere patiënten vragen veel vaker zelf ook naar beeldvorming waardoor het moeilijker wordt als arts om hier tijd en energie in te steken om uit te leggen waarom die dure MRI nu niet nodig is. Enkele decennia geleden was geneeskunde een stuk paternalistischer en luisterden patiënten ook veel beter naar “meneer doktoor”. Niet dat we daar naar terug moeten, maar de slinger slaat aan het andere einde door nu. Artsen waarderen het heel goed dat patiënten vragen stellen en veel informatie willen over hun gezondheidstoestand; op voorwaarde dat dat gebeurt met respect voor onze opleiding en voor ons als persoon. De wachtpost en de spoed worden door de patiënten ook regelmatig niet meer correct gebruikt, namelijk voor zaken die owv medische redenen niet kunnen wachten. Ze worden steeds meer door patiënten gebruikt omdat het gewoon gemakkelijk is om daar binnen te lopen na hun werk, of omdat het spotgoedkoop is. Patiënteneducatie zou ook een taak van de overheid moeten zijn, in plaats van eenzijdig naar de artsen te wijzen hiervoor.


Motivatie/burnout bij de zorgberoepen (niet enkel bij artsen) is trouwens een zeer groot probleem:


  • Wij hebben in de covidpandemie echt alles gegeven. Zeer veel collega’s zijn letterlijk opgebrand door jaren aan een stuk 70-80u of meer per week te werken. Dit is op zich natuurlijk al veel te veel. Maar de rest van de bevolking heeft in die periode noodgedwongen stilgestaan en wij in de zorgsector hebben die rustpauze niet gehad, integendeel.
  • Het handenklap en de dankbaarheid voor de zorg in de covidpandemie is omgeslagen in een veel grimmiger doelpubliek, dat veel meer eist van ons als artsen. (Zie hoger, de patiënt is veel mondiger geworden)
  • Geneeskunde is een vrij beroep. Wij hebben allemaal minstens 9 jaar gestudeerd om in eer en geweten de beste zorg voor een patiënt te kunnen voorstellen, zowel preventief als ziektebehandeling. Hierbij houden we rekening met wat technisch mogelijk is, wat de individuele patiënt nodig heeft én wat maatschappelijk wenselijk is. Ja, een MRI is duurder dan een CT, maar geeft betere kwaliteit van beeldvorming én is veel veiliger voor een patiënt. Ja, ozempic is een duur medicijn, maar wel het eerste in decennia lang dat én significante gewichtsdaling geeft én veilig is voor hart en bloedvaten (in tegenstelling tot eerdere). Maar we zetten evengoed in op gegevensdeling (zodat dezelfde scanner geen 2x in verschillende ziekenhuizen gebeurt), jonge huisartsen worden gedrild op het niet nutteloos aanvragen van laboratoriumonderzoek, duurdere operatietechnieken kunnen vaker in daghospitaal waar klassiekere technieken voor dezelfde aandoening vaker een hospitalisatie nodig hebben (en dus zijn duurdere technieken netto gezien goedkoper) enz…  Als de politiek onvoldoende inzet op preventie van overgewicht (wat inmiddels meer dan de helft van de bevolking heeft!), of onvoldoende inzet op patiënteneducatie over dat niet elk pijntje meteen een scanner nodig heeft, kost het de artsen extra veel energie om de patiënten hier toch proberen in op te voeden. En als de overheid de vrijheid van artsen om de beste zorg -ook preventief- voor patiënten te kunnen bieden aan banden legt (cf KB ozempic) of financieel zelfs gaat afstraffen (premies voor bv kwaliteitsvol bijhouden van medisch dossier, wat niks met de conventie te maken heeft wel koppelen aan de conventiestatus van deze arts); werkt dat erg demotiverend.
  • De foutieve oplossing van de minister bestaat ook nog uit het verder uithollen van de artsentaak en overhevelen naar andere zorgberoepen. De inhoudelijk interessante en motiverende zaken, zoals preventie, ziektebestrijding en medicatiebeleid worden overgeheveld naar de apotheek. Tegelijkertijd krijgt de arts steeds maar meer afstompende administratie te verwerken. Volgens het voorstel van de minister mag een apotheek binnenkort diagnoses stellen van bijvoorbeeld keelontstekingen, urineweginfecties én de behandeling hiervoor opstarten. Diagnoses stellen ligt buiten de bevoegdheid van een apotheker (die hier niet voor studeerde) én dat zet de poort open voor financieel misbruik (want de apotheek int ook voor de medicatie die ze aflevert). En waarom krijgt een apotheek een extra vergoeding voor oppuntstelling van een medicatieschema en wordt dit van een arts geacht binnen de nomenclatuur te liggen? Waarom moet een huisarts binnenkort gaan oordelen of een patiënt aan het werk kan (is dit niet de taak van de arbeidsarts?), en sterker nog, waarom wordt een arts binnenkort afgestraft als een patiënt te lang arbeidsongeschikt is? Wanneer wordt er eens gekeken naar de maatschappij en hoe het komt dat steeds meer mensen langdurig arbeidsongeschikt zijn?
  • De stijl van de minister is ook zeer dictatoriaal. Artsen worden steeds meer gecontroleerd en gesanctioneerd, oa op ziekteattesten, op medicaties die ze voorschrijven, op de steeds groter wordende administratie die ze moeten in orde brengen. Syndicaten worden weliswaar mee uitgenodigd bij de minister, maar worden niet gehoord. Meerdere voorstellen van BVAS/ASGBKartel werden eenzijdig afgeketst. Het minderheidssyndicaat AADM, dat inhoudelijk inderdaad meer aanleunt bij de visie van de minister, wordt geprofileerd als “dit is wat het volledige artsenkorps denkt”. En nu is er de dreiging dat de minister zelf rechtstreeks ons rizivnummer kan intrekken? Dat is de taak van ons interne juridisch orgaan (de Orde der Artsen) dat hierover met inhoudelijke én deontologische kennis van zaken handelt.


En als we het dan toch volledigheidshalve even over de centen willen hebben?


  • Het remgeld van een consultatie indexeren is een absolute NJET bij de minister, en waarom eigenlijk? Omwille van de rode kleur van de minister? Omwille van dat het voorstel vanuit de 2 syndicaten komt waar de minister niet naar wil luisteren? Als we het objectief bekijken: de remgelden zijn al meer dan 20 jaar niet meer geïndexeerd. Patiënten gaan jaar na jaar goedkoper naar de arts, want hun loon is wel gestegen. Het remgeld alleen al bij de huisartsen zeer beperkt indexeren (het voorstel was van 4€ naar 6€ voor gewone statuten en van 1€ naar 2€ voor VT’s) zou de regering meer dan 100 miljoen euro kunnen opleveren.
  • De minister wil het remgeld voor de VT’s (mensen met recht op verhoogde tegemoetkoming) zelfs volledig afschaffen. Dat zou een goede zaak zijn, als het VT-statuut effectief werd toegekend aan de meest precaire bevolkingsgroep die dit echt nodig heeft. Maar inmiddels is ongeveer 1/5 Belgen een VT’er, dus dat statuut wordt veel te licht toegekend. Hierdoor lopen de kosten voor de maatschappij nog veel meer op, terwijl een heel deel van de mensen die het VTstatuut heeft dit eigenlijk niet nodig heeft.
  • De minister hekelt de hoge supplementen die artsen bij een (dag)hospitalisatie vragen. Een behoorlijk stuk van dat supplement moet de arts echter afgeven aan het ziekenhuis om te vermijden dat dit failliet gaat. De ziekenhuizen krijgen namelijk maar 45-50% van hun noodzakelijke budgetten van de overheid. Dat is onvoldoende om zelfs maar middelmatige zorg te kunnen aanbieden, laat staan de hoogwaardige zorg waar België voor bekend staat. Snijden in de supplementen die artsen vragen zonder correctie van de ziekenhuisfinanciering betekent een zware en rechtstreekse achteruitgang van de kwaliteit van zorg voor elke patiënt, of het sluiten van ziekenhuizen en het nog verder oplopen van wachttijden.
  • En uiteraard is het terecht dat onredelijk hoge supplementen aan de kaak worden gesteld, en de minderheid van onze beroepsgroep die profiteurs zijn eruit worden gehaald. Maar de Vlaamse ziekenhuizen vragen bijvoorbeeld de helft minder supplementen dan de Brusselse, namelijk maximaal 150% tegenover 300% in Brussel.  Van de 11000 artsen die teleconsultaties hebben aangerekend waren er maar 29 die er exuberant te veel hebben aangerekend. Waarom wordt de volledige beroepsgroep afgestraft in plaats van enkel de rotte appels uit de mand te halen?
  • In 2022 zijn er zware indexeringen tot 10% geweest, oa bij de nutsvoorzieningen en bij de lonen van alle bedienden (en dus ook het personeel in de praktijken en ziekenhuizen). Het loon van de artsen (zelfstandigen) heeft die indexering veel minder gevolgd. Overigens is het zo dat de conventietarieven meestal minder stijgen dan de gangbare indexen in de maatschappij. Als artsen dan massaal deconventioneren, zou de reflex ook moeten zijn om de conventie zelf in vraag te stellen. Dat is bijvoorbeeld wat de kinesisten en de vroedvrouwen al deden, omdat de conventie niet redelijk is opgesteld naar de effectieve noden op het werkveld.
  • Eind 2024 moesten artsen trouwens beslissen of ze geconventioneerd zouden blijven of niet alvorens de conventie bekend was (owv de vertraagde regeringsvorming). Nadien zijn er dan in de conventie de teleconsultaties op 0 gezet (zelfs niet afgeschaft, dus geen alternatief) en nog andere wijzigingen doorgevoerd. Het is als het ondertekenen van een contract bij een nieuwe werkgever aan een bepaald loon, en als je de facto start kom je tot de conclusie dat het werkelijke loon een stuk lager ligt dan beloofd. De regering pleegt hier contractbreuk, dat heeft veel onvrede veroorzaakt in het werkveld. (En het gaat over het principe en echt niet over de hoeveelheid centen. Ikzelf heb, samen met mijn huisarts in opleiding, slechts 150 teleconsultaties aangerekend in 2024; dat is minder dan 1 per werkdag, aan 8€ per consult want geen enkele arts heeft het remgeld effectief aangerekend).
  • De artsensyndicaten krijgen binnenkort enkel nog subsidies van de overheid gelinkt aan de conventioneringsgraad van hun leden. Gaat dat niet recht tegen de vrije meningsuiting in? Hoe kan een syndicaat onafhankelijk zijn en voldoende slagkracht hebben, als vanuit de overheid dermate dwingend wordt opgelegd hoeveel werkingsmiddelen ze hebben?


Ik hoop dat nu duidelijk is dat de onvrede bij de artsen echt veel breder is dan puur een geldkwestie, zoals in de media wordt geportretteerd aan de bevolking. Er komt veel angst bij de artsen bij kijken dat de patiëntenzorg in het gedrang komt, en veel uitputting van het menselijke kapitaal in de zorgsector. Als de minister zijn voorstellen doorzet ontstaat er “staatsgeneeskunde” of “tweesporengeneeskunde” waarbij de wachtlijsten alleen maar zullen oplopen en de kwaliteit veel lager komt te liggen (wegens onvoldoende budgetten).  Artsen zijn hierover heel bezorgd voor hun patiënten. Want artsen blijven echt zorgers in hoofdfunctie, en doen dit beroep niet in hoofdfunctie omwille van het geld. Maar het is oneerlijk dat de politiek het begrotingstekort dat maatschappelijk ontstaan is (door de politiek, patiënten en enkele outliers onder de artsen/ziekenhuizen) eenzijdig op het volledige artsenkorps wil verhalen met als insteek “jullie hebben de eed van Hippocrates gezworen om te zorgen voor mensen”. Ja, maar niet manu militare, en niet ten koste van onszelf. De allereerste stap bij de cursus EHBO is terecht altijd “breng uzelf niet in gevaar als u voor een slachtoffer gaat zorgen”. De zorg kan maar goed voor bevolking zorgen als er ook goed voor de zorgverleners wordt gezorgd en naar de zorgverleners wordt geluisterd.